6/6 Visie Dier&Recht op nieuwe fokreglement Raad van Beheer

Vicevoorzitter John Wauben van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland spreekt van “een historisch besluit”.


 

Op 24 mei is er op de Algemene Ledenvergadering van de Raad van Beheer ingestemd met het Verenigings Fok Reglement (VFR) dat de gezondheid van de rashonden moet bevorderen.

Vicevoorzitter John Wauben van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland spreekt van een historisch besluit “De maatschappij heeft ons gedwongen in de spiegel te kijken. We hebben niet genoeg ons best gedaan voor de gezondheid en het welzijn van de dieren.”

In deze nieuwsbrief zullen we ingaan op de positieve en negatieve punten van het nieuwe fokreglement van de Raad van Beheer.

Positieve punten:

  1. De Raad van Beheer en rashondenverenigingen erkennen dat de erfelijke aandoeningen een groot probleem vormen. Dit is decennialang, met name door de rashondenverenigingen, ontkend.
  2. De Tuchtraad, die fokkers kan straffen die zich niet houden aan het verbod. De boetes zijn aanzienlijk.
  3. De Raad van Beheer en rasverenigingen zullen per ras een inventarisatie maken van de erfelijke aandoeningen en schadelijke raskenmerken. Hieraan zullen noodzakelijke maatregelen, zoals MRI scans en hartonderzoek, gekoppeld worden.
  4. Tevens zal een DNA afstammingscontrole worden verplicht, waardoor erfelijke aandoeningen in hondenrassen beter opgespoord kunnen worden.
  5. Het fokken met honden die aantoonbaar lijden aan één of meerdere ernstige aandoeningen is verboden.

Negatieve punten:

  1. Rasverenigingen moeten zelf in hun fokreglement aangeven welke schadelijke erfelijke aandoeningen binnen het ras vóórkomen en welke maatregelen zij nemen om deze aandoeningen terug te dringen. Veel rasverenigingen hebben echter geen idee welke gezondheidsproblemen er binnen hun ras spelen, en ze kunnen ook erfelijke aandoeningen weglaten als dit beter uitkomt.
  2. Onder maatregelen die moeten worden getroffen wordt over het algemeen gewezen op het testen op (erfelijke) aandoeningen. Helaas worden dergelijke testen regelmatig van hun waarde ontdaan door de invloed van rasverenigingen. Zo is bij de Cavalier het testen op CM/SM beperkt tot 1 jaar en 3 jarige leeftijd, dit terwijl bekend is dat de ziekte vaak pas op drie jaar klinisch wordt. Testen op hartfalen zouden door moeten gaan tot vijf à zes jarige leeftijd , maar dit gebeurt nu op 2,5 jarige leeftijd. Eigenlijk zou er alleen met Cavaliers gefokt mogen worden vanaf 5 jarige leeftijd.
  3. Indien de ouders van de pup niet hebben voldaan aan de door de Raad van Beheer vastgestelde gezondheidsonderzoeken c.q. gedragstesten voor het betreffende ras, dan wordt er slechts een aantekening op de stamboom geplaatst. Zieke honden met veel erfelijke aandoeningen krijgen dus nog steeds een stamboom.
  4. Er is geen systeem om fraude bij fokkers op te sporen. De mate van controle en handhaving van de regels voorkomende in het VFR zal slechts incidenteel, bijvoorbeeld op basis van een klacht via het Tuchtcollege, plaatsvinden. Zelfs met een goede controle is fraude mogelijk. Indien een fokker een pup verwisselt zal dit niet snel opgemerkt worden.
  5. Er is geen systeem om fraude bij fokkers op te sporen. Er zal niet of nauwelijks controle plaats vinden. De mate van controle en handhaving van de regels voorkomende in het VFR zal slechts incidenteel, bijvoorbeeld op basis van een klacht via het Tuchtcollege, plaatsvinden. Zelfs met een goede controle is fraude mogelijk. Indien een fokker een pup verwisselt zal dit niet snel opgemerkt worden.
  6. In de praktijk blijken fokkers alleen honden aan te melden waarvan ze van te voren weten dat die door de controle komen. Het hondenras blijft hierdoor even ziek. Die neiging zal er zeker zijn nu medische testen duur zijn en men bij een zieke honden, eerst die kosten voor zijn rekening krijgt en vervolgens niet met die hond mag fokken. Dit beïnvloedt eveneens de statistische gezondheidsgegevens; honden die overduidelijk lijden aan erfelijke gebreken zullen niet gecontroleerd worden en dus buiten de registratie blijven.
  7. Hondenrassen zullen ongezond blijven, zolang er binnen dezelfde genenpool wordt gefokt. Sterker nog, de genenpool zal kleiner worden vanwege het uitsluiten van steeds meer honden. Pas zodra er gefokt mag worden met honden van buiten het hondenras – de stamboeken worden open gesteld – zal dit de gezondheid van de rashonden structureel ten goede komen.
  8. Inteeltcombinaties zoals halfbroer-halfzus en neef-nicht zijn nog steeds toegestaan, slechts de meest extreme inteeltcombinaties worden verboden.
  9. Het verbod om met honden te fokken die aantoonbaar lijden aan een of meer aandoeningen die de gezondheid en het welzijn van de hond of zijn nakomelingen ernstig in gevaar kan brengen werkt slechts voor individuele gevallen.

Wat moet er gebeuren volgens Dier&Recht

Wil de Raad van Beheer daadwerkelijk actie ondernemen dan zullen in ieder geval de onderstaande punten moeten worden ondernomen:

  1. Zieke hondenrassen moeten gekruist worden met honden van andere rassen of niet-rashonden om inteelt terug te dringen. Het openstellen van de stamboeken is de eenvoudigste manier om gezondere populaties te krijgen.
  2. Maximaal drie dekkingen toestaan per hond (reuen en teefjes) om verspreiding van erfelijke aandoeningen tegen te gaan.
  3. Hondenshows waar op uiterlijk gekeurd wordt vervangen door hondenshows waar gekeurd wordt op aard, karakter, gezondheid en vitaliteit.
  4. Sommige hondenrassen zijn zo ver doorgefokt, dat ze reddeloos verloren lijken of met allerlei dure en omslachtige maatregelen pas over vele jaren wat gezonder. Maar waarom niet gewoon opnieuw beginnen in plaats van doormodderen binnen een ras? Met gezonde, niet-rashonden starten met een nieuw ras, bijvoorbeeld de Cavalier 2.0. Met ongeveer hetzelfde uiterlijk en karakter maar dan zonder een te kleine schedel, zonder dat kleine neusje, zonder chronische oog-, oor-, knie- en hartaandoeningen.
  5. Inteeltbeperking uitbreiden; op dit moment zijn broer-zus, ouder-kind, grootouder-kleinkind relaties niet toegestaan, maar halfbroer-halfzus combinaties zijn nog wel toegestaan.
  6. Honden die lijden aan of dragers zijn van erfelijke aandoeningen preventief uitsluiten om mee te fokken.
  7. Stambomen moeten een garantie geven voor de gezondheid van een rashond.