Een ieder die deze website bezoekt, kan een wezenlijke bijdrage leveren in het voorkomen en verminderen van wreedheid tegen honden (en dieren in het algemeen) in de Islamitische wereld door het volgende artikel zoveel als mogelijk te verspreiden onder kinderen, leraren, scholen en een ieder die geïnteresseerd is.

Suras en Hadith over Dieren in de Islam.
In een poging om bij te dragen aan het uitbannen van dierenmishandeling, hebben we een samenstelling gemaakt van diverse Ayat (verzen) uit verschillende Suras (belangrijke onderwerpen of hoofdstukken uit de Heilige Koran) en daaronder enkele Hadith (verhalen toegeschreven aan de profeet Pbuh, vastgelegd door zijn volgelingen) vermeld.

Allen zijn gerelateerd aan dieren en vogels. Boven sommige Ayat vindt U cursief geschreven tekst. Dit betreft dan of een verwijzing naar de interpretatie of het dient ter verduidelijking van de tekst.

We zijn van mening dat elk geloof, elk mens van deze teksten kan leren omdat het over compassie en respect gaat…voor elk levend wezen, door God geschapen.

Van belang voor een ieder die het Islamitisch Geloof aanhangt, is het feit dat er in geen enkele Sura in the Koran melding gemaakt wordt van het gegeven dat Allah honden ongunstig gezind is omdat ze onrein zouden zijn.

Dit volstrekt onjuiste idee, dat honden onrein zouden zijn, is gebaseerd op misvattingen en foutieve informatie die NIET in overeenstemming zijn met het Goddelijk Woord uit de Heilige Koran en die NIET in overeenstemming met de geest van de Islam is.

AYAT
6:38 “Er is geen dier dat op aarde leeft, noch een wezen dat op vleugels vliegt, dat geen deel uitmaakt van een gemeenschap, net als wijzelf. Niets is er uit Het Boek weggelaten en zij allen zullen zich op het eind verzamelen bij hun Heer.”
16:79 “Zien zij niet de vogels, gedreven om te vliegen in de atmosfeer van de hemel? Niets dat hen hooghoudt in de lucht behalve Allah. Dit zou (afdoende) bewijs moeten zijn voor hen die geloven.”
De Hond en de Mensen van de Grot (De Mensen van de Grot, bevoordeeld door Allah, ontvluchtten onderdrukking en verscholen zich in een grot in een berg gedurende meer dan 300 jaar, in het gezelschap van hun honden).
18:18 “Men zou denken dat ze wakker waren terwijl ze in feite sliepen. Wij draaiden hen naar rechts en wij draaiden hen naar links, de hond met uitgestrekte armen in hun midden.” De interpretatie van deze Sura behelst dat de hond werd meegerekend te midden van de goede Mensen van de Grot.
18:22 “Sommigen zouden zeggen, er waren er drie; hun hond de vierde zijnde, terwijl anderen zouden zeggen, vijf; de zesde hun hond zijnde. Nog anderen zouden zeggen, zeven, en de achtste was hun hond. Zeg, Mijn Heer is de wetende van hun aantal. Daarom, twist niet met hen; maar ga met ze mee. Er is geen reden om ook maar iemand te vragen naar dit.”
24:41 “Ziet U dan niet dat het Allah is wiens lof wordt verheerlijkt door alle wezens in de hemel en op aarde, en door de vogels met uitgestrekte vleugels? Een ieder van hen kent zijn gebeden en psalmen, en Allah weet wat ze doen.”
24:45 & 25:54 In de Heilige Koran wordt genoemd dat al het leven is ontsprongen aan water, dat de mens zelve is ontstaan uit water en dat alle dieren op aarde ook uit water zijn ontstaan.

Hadith
De Profeet (pbuh) predikte tegen de mens niet alleen over onderlinge goedheid, van mens tot mens, doch ook om goedheid te betrachten tegenover elk levend wezen. Hij verbood het afsnijden van staarten en het knippen van een paard zijn manen, het brandmerken van dieren op zachte plaatsen was verboden alsook het onnodig gezadeld laten van paarden. (Muslim, Sahih Muslim)
Als de Profeet (pbuh) ook maar enig dier tegenkwam dat overbelast werd of slecht gevoed, dan stopte hij bij de eigenaar van het dier en zei, “Vrees Allah voor de wijze waarop jij je dieren behandelt.” (Abu Daoud, Kitab Jihad)
Een gezel van de Profeet (pbuh) kwam naar hem toe, baby kuikens dragend in zijn kledij en vertelde dat de moeder vogel al die tijd al boven hen zweefde. Hem werd opgedragen om de kuikens weer naar dezelfde plek terug te brengen. (Mishkat, Abu Daoud)
Tijdens een reis, iemand die samen met de Profeet (pbuh) meereisde, had enkele vogeleieren uit een nest verzameld. De pijnlijke kreten en de ontzetting van de moedervogel, trokken de aandacht van de Profeet (pbuh), en hij verzocht de man de eieren weer in het nest terug te leggen. (Bukhari, Sahih Bukhari)

 

“SPARE a life, one animal at a time”

Copyrighted © by S.P.A.R.E., all rights reserved. 2001
Dit artikel is geplaatst met de toestemming van de auteur R. Saber.

Een Hadith opgetekend door Abu Hurayra.
Op een dag was Hz. Muhammed, onze profeet, bezig met het uitvoeren van de Namaz. In de Islam, is de Namaz een rituele aanbidding die voornamelijk geconcentreerd is rondom het gebed. Tijdens het uitvoeren van de Namaz kwam er een kat binnengewandeld. Dit was Muazza, een zwerfkat die door Hz. Muhammed geadopteerd was. Muazza vleide zich neer op het lange wollen vest dat de Profeet droeg en viel in slaap.
Op een gegeven moment moest Hz. Muhammed opstaan om de Namaz te kunnen vervolgen. Sommige mensen die toe hadden staan kijken, wilden Muazza al wegjagen maar de Profeet stond niet toe dat iemand Muazza weg zou jagen. In plaats daarvan, vroeg hij om een schaar en met deze schaar knipte hij zijn vest af zodat Muazza ongestoord door kon blijven slapen. Hierna vervolgde Hij zijn Namaz…

Navigatie

[subpages]